In 2024 hadden we (in tegenstelling tot de jaren hiervoor) geen last meer van inkomstenderving en hogere lasten als gevolg van de coronamaatregelen. Waar we wel mee te maken hadden, waren de naweeën van een hoge inflatie en een blijvende instroom van (Oekraïense) vluchtelingen. De lasten met de opvang van de Oekraïense vluchtelingen samenhangen, krijgen we volledig gecompenseerd door het Rijk, al is de vergoeding per vluchteling wel dalend. Dit betekende in 2024 echter geen financieel nadeel voor onze begroting.
Economisch gezien was 2024 een gemiddeld jaar. De huizen- en grondverkopen (en ook de huizenprijzen) stegen weer. Verder merken we dat 2024 zich vooral kenmerkt als het jaar waarin het wederom lastig was om voldoende geschikt personeel te vinden. Dat geldt voor onszelf, maar ook voor de partijen met wie we samenwerken merken we dat de personeelsschaarste een groot probleem is. Dat heeft ook impact op de mate waarin wij onze begroting kunnen uitvoeren. Als aannemers of ontwikkelaars geen tijd hebben, heeft dat impact op het realiseren van de investeringen. Op voorhand (bij het opstellen van de begroting 2024) weten we echter nooit voor welke investeringen of projecten dit zal gelden. Dat maakt ook dat het lastig sturen is op de uitvoering van deze (en andere) ambities.
Grosso modo hebben we in Amersfoort het jaar 2024 in financieel opzicht positief afgesloten met een incidenteel bruto bedrag van € 46,3 miljoen. Dit bedrag is het saldo van een groot aantal financiële meevallers en tegenvallers over het jaar 2024. De financiële meevallers zijn deels veroorzaakt doordat een aantal projecten vanwege (intern én extern) capaciteitsgebrek niet (volledig) uitgevoerd hebben kunnen worden. Een deel van dit bedrag is in 2025 of latere jaren nodig voor projecten of lasten die eigenlijk voor 2024 geraamd waren, maar die wegens diverse omstandigheden geen doorgang konden vinden en in of na 2025 wel door moeten gaan. Hiervoor treft u separaat een voorstel aan met de zogenoemde ‘bestemmings- en overhevelingsvoorstellen’ ter bestemming van het rekeningresultaat.
De Zomerrapportage 2024 liet een positief resultaat zien van € 30,1 miljoen. Dat is nu bij de Jaarrekening 2024 positief bijgesteld. Het grootste deel van de financiële mee- en tegenvallers bij de Zomerrapportage heeft zich ultimo 2024 inderdaad voorgedaan. Daarnaast is er sprake van een aantal andere mee- en tegenvallers.
Onderstaand worden de belangrijkste financiële mee- en tegenvallers van het afgelopen jaar weergegeven. Hierbij worden alleen de posten getoond die binnen het programma een voor- of nadeel van minimaal € 1 miljoen aan de lasten- of de batenkant veroorzaken.
Voor een meer gedetailleerde analyse van de verschillen per programma verwijzen we u naar de analyses die bij het financieel overzicht van het betreffende programma zijn opgenomen.
Tabel AR.01 Overzicht belangrijkste mee- en tegenvallers
(x € miljoen)
Nr. | Programma | Hogere baten / lagere lasten | Hogere lasten / lagere baten | Saldo | ||
---|---|---|---|---|---|---|
1 | 1.1 Energietransitie | Energietransitie Algemeen | 2,9 | 2,9 | ||
2 | 1.1 Energietransitie | Rijksregeling capaciteit voor klimaat- en energiebeleid | 1,0 | Rijksregeling capaciteit voor klimaat- en energiebeleid | -1,0 | 0,0 |
3 | 1.2 GREX en Ruimtelijke Ordening | Omgevingswet | 1,0 | 1,0 | ||
4 | 1.2 GREX en Ruimtelijke Ordening | Verliesvoorziening Grondexploitaties | 7,9 | 7,9 | ||
5 | 1.2 GREX en Ruimtelijke Ordening | Verliesvoorziening Schothorsterlaan | -1,5 | -1,5 | ||
6 | 1.2 GREX en Ruimtelijke Ordening | Facilitaire projecten | 3,6 | Facilitaire projecten | -3,6 | 0,0 |
7 | 1.2 GREX en Ruimtelijke Ordening | Herfasering grondexploitaties | 10,4 | Herfasering grondexploitaties | -10,4 | 0,0 |
8 | 1.2 GREX en Ruimtelijke Ordening | Lagere kapitaallasten Vastgoed | 3,0 | 3,0 | ||
9 | 1.2 GREX en Ruimtelijke Ordening | Specifieke Uitkering - Havenweg | 1,6 | Specifieke Uitkering Havenweg | -1,6 | 0,0 |
10 | 1.4 Mobiliteit | Lagere kapitaallasten Projecten | 1,2 | 1,2 | ||
11 | 1.4 Mobiliteit | Lasten en Inkomstenderving Parkeren | 1,1 | Lasten en Inkomstenderving Parkeren | -1,1 | 0,0 |
12 | 1.4 Mobiliteit | Bijdrage ProRail t.b.v. Fietsenkelder | 1,2 | 1,2 | ||
13 | 2.1 Zorg, Ondersteuning, Inclusie en vluchtelingen | Jeugdzorg | 5,1 | Jeugdzorg | -6,9 | -1,8 |
14 | 2.1 Zorg, Ondersteuning, Inclusie en vluchtelingen | Beschermd Wonen | 8,5 | 8,5 | ||
15 | 2.1 Zorg, Ondersteuning, Inclusie en vluchtelingen | Maatschappelijke Opvang | 1,0 | 1,0 | ||
16 | 2.1 Zorg, Ondersteuning, Inclusie en vluchtelingen | Specifieke Uitkering - Gezond Actief Leven Akkoord (GALA) | 1,5 | 1,5 | ||
17 | 2.2 Werk en Inkomen | Middelen Arbeidsmarktregio's | 2,1 | Middelen Arbeidsmarktregio's | -0,7 | 1,4 |
18 | 2.3 Onderwijs en Sport & Bewegen | Lagere kapitaallasten Onderwijs | 2,0 | 2,0 | ||
19 | 2.3 Onderwijs en Sport & Bewegen | Ondersteuning Onderwijs | 1,5 | Ondersteuning Onderwijs | -0,6 | 0,9 |
20 | 3.5 Stedelijk beheer, Milieu en Dierenwelzijn | Lagere kapitaallasten Investeringen | 1,8 | 1,8 | ||
21 | 3.5 Stedelijk beheer, Milieu en Dierenwelzijn | Werkzaamheden derden | 1,3 | Werkzaamheden derden | -1,3 | 0,0 |
22 | 4.1 Dienstverlening | Producten Burgerzaken | 1,1 | Producten Burgerzaken | -1,2 | -0,1 |
23 | 4.1 Dienstverlening | Omgevingsvergunningen (leges) | 2,4 | Omgevingsvergunningen (leges) | -1,5 | 0,9 |
24 | 4.2 Bestuur en Regionale samenwerking | Pensioenvoorziening Wethouders | -1,6 | -1,6 | ||
25 | 4.3 Bedrijfsvoering | Hogere personeelslasten en -baten | 2,6 | Hogere personeelslasten en -baten | -1,5 | 1,1 |
26 | 5.1 Financiën en Belastingen | Algemene Uitkering | 9,5 | Algemene Uitkering | -14,3 | -4,8 |
27 | 5.1 Financiën en Belastingen | Hogere rentelasten | -6,2 | -6,2 | ||
28 | 5.1 Financiën en Belastingen | Hogere rentebaten | 4,5 | 4,5 | ||
29 | 5.1 Financiën en Belastingen | Stelpost Toekomstige Vervangingsinvesteringen | 1,2 | 1,2 | ||
30 | 5.1 Financiën en Belastingen | Stelpost Loon- en Prijsbijstellingen 2024 | 1,4 | 1,4 | ||
31 | Diverse | Overige mee- en tegenvallers < € 1 miljoen | 18,9 | 18,9 | ||
Totaal | 46,3 |
De begroting 2024 die structureel een overschot van € 23,6 miljoen liet zien, sloot overall met een tekort van € 11,4 miljoen. De Zomerrapportage liet een verwacht surplus zien, van € 30,1 miljoen. De jaarrekening 2024 sluit met een overschot van € 46,3 miljoen. Dit heeft een aantal belangrijke oorzaken. De belangrijkste daarvan is dat we via het gemeentefonds meer geld van het Rijk hebben gekregen. Deels vanwege de uitbetaling van de ruimte onder het BTW-compensatiefondsplafond; deels omdat we bij de decembercirculaire gemeentefonds 2024 extra geld voor diverse taken hebben ontvangen. Hier staat een nadeel tegenover bij de verdeelmaatstaven van het gemeentefonds. De herziening van de grondexploitaties hebben ook tot een groter voordeel geleid dan verwacht bij de Zomerrapportage. Ook zien we dat, mede als gevolg van personeelstekorten, een aantal projecten niet (volledig) tot uitvoering is gekomen. Dat leidt verspreid door de jaarrekening tot financiële voordelen ten opzichte van de begroting. Bij met name de investeringen zien we dat een aantal investeringen achterblijft, mede ook doordat vanwege de personeelsschaarste de uitvoeringskracht van de organisatie grenzen kent. Daarnaast moeten we op grond van de BBV-regels de geraamde onttrekkingen aan de reserves ook realiseren. In het verleden konden we in de begroting een onttrekking van bijvoorbeeld € 2 miljoen ramen. Als dan in de loop van het jaar slechts € 0,5 miljoen nodig was, werd in de jaarstukken slechts € 0,5 miljoen onttrokken. Dat mag echter niet meer; we moeten nu de volledige € 2 miljoen onttrekken, ook al staan daar maar voor € 0,5 miljoen aan lasten tegenover. Dat zorgt voor een enorme opwaartse druk op het rekeningresultaat. Aangezien deze middelen grosso modo wel behouden moeten blijven, willen we ze ook weer terugstorten in de bestemmingsreserves. Dat gebeurt dan bij de bestemming van het rekeningresultaat. Per saldo gaat het in deze jaarstukken om een bedrag van € 7,3 miljoen dat op deze wijze in de jaarstukken feitelijk 'extra' onttrokken is, wat het jaarrekeningresultaat 'opblaast'.
Hieronder geven we een toelichting op de belangrijkste financiële mee- en tegenvallers uit bovenstaande tabel.
- De begrootte onttrekking aan de reserve van € 2 miljoen bleek niet nodig te zijn geweest; daarnaast kostte het werven van nieuwe medewerkers meer tijd, waardoor in totaal € 2,9 miljoen niet besteed is.
- Voor de personele capaciteit van de uitvoering van het landelijke klimaatakkoord (de CDOKE middelen) hebben we ongeveer € 1 miljoen minder besteed dan begroot omdat ook hier het werven van geschikte medewerkers meer tijd kostte dan verwacht.
- De middelen die uit voorgaande jaren zijn overgeheveld voor de omgevingswet én die in de gemeentefondscirculaires beschikbaar zijn gesteld, bleken niet allemaal nodig te zijn geweest in 2024. Dit levert een incidenteel voordeel op van € 1 miljoen.
- In het verleden zijn verliesvoorzieningen gevormd voor een aantal grondexploitaties. Die verliesvoorziening moet nu op basis van de herziening van de grondexploitaties met € 7,9 miljoen verlaagd worden. Dat levert een incidenteel voordeel op in de jaarrekening.
- Voor het tekort van de grondexploitatie ‘Schothorsterlaan 88’ is een verliesvoorziening gevormd van incidenteel € 1,5 miljoen.
- De gemeente faciliteert een aantal projecten van particuliere initiatiefnemers, waarvan de kosten worden verhaald op derden. Dit levert in 2024 een hogere last op van € 3,6 miljoen. Daar staan hogere baten tegenover, omdat deze lasten verhaalbaar zijn. Per saldo is dit budgettair neutraal.
- Ten aanzien van de grondexploitaties is er sprake van een saldo van per saldo afgerond nagenoeg € 0.
- Vanwege de verlaging van de omslagrente én vertraging in de investeringen, is er sprake van een incidenteel voordeel op de kapitaallasten van de (verduurzaming van het gemeentelijk) vastgoed van € 3 miljoen.
- We hebben een specifieke uitkering Gebiedsbudget ontvangen van € 1,6 miljoen, waarmee de Havenweg 9/9a is aangekocht. Per saldo is dit budgettair neutraal voor de jaarrekening.
- Bij mobiliteit is een aantal investeringen in 2023 vertraagd, waardoor we in 2024 lagere kapitaallasten hadden. Samen met een lagere omslagrente betekent dit een incidenteel voordeel van € 1,2 miljoen.
- Bij parkeren zijn de baten en de lasten € 1,1 miljoen lager dan begroot. De lagere lasten komen grotendeels doordat de uitbreiding van de fiscalisering van het parkeren uitgesteld is; de lagere baten komen door het parkeerbeleid om minder auto’s op maaiveld te laten parkeren. Dat leidt tot lagere opbrengsten. Omdat er wel meer in de parkeergarages geparkeerd wordt, leidt dit tot hogere parkeeropbrengsten bij Parkeren Amersfoort B.V.
- We zouden € 1,2 miljoen bijdragen aan ProRail ten behoeve van de fietsenkelder Stationsplein. Aangezien ProRail de aanbesteding al wel gestart is, maar er nog geen aannemer geselecteerd is, hebben we dit bedrag in 2024 nog niet aan ProRail hoeven te betalen. Dit levert dus een incidenteel voordeel op van € 1,2 miljoen.
- De Jeugdzorg kent per saldo een nadeel van € 1,8 miljoen. Dit komt onder andere door langere en zwaardere trajecten en door intensievere zorg dan bij de begroting geraamd. Dit is deels incidenteel, maar heeft ook deels een structurele doorwerking.
- Op beschermd wonen is in totaal € 8,5 miljoen niet uitgegeven. Dit komt voornamelijk doordat we voordeel hebben bij het verdeelmodel beschermd wonen. Dit voordeel neemt naar verwachting de komende jaren af. Daardoor is dit voordeel gedeeltelijk structureel van aard.
- In de begroting hadden we een onttrekking aan de reserve maatschappelijke opvang geraamd ten behoeve van de extra te verwachten kosten maatschappelijke omvang. Die kosten hebben zich niet voorgedaan en dus bleek achteraf de onttrekking ook niet nodig te zijn geweest. Dit leidt tot een incidenteel voordeel van € 1 miljoen.
- We hebben specifieke uitkeringen ontvangen voor het Integraal Zorg Akkoord en het Gezond en Actief Leven Akkoord. Dat leverde € 1,3 miljoen extra op. Met dat geld hebben we deels nieuwe taken uitgevoerd, maar deels ook bestaande taken uit gedekt. Per saldo houden we incidenteel € 1,5 miljoen over.
- Op de middelen ten behoeve van de arbeidsmarktregio hebben we per saldo een incidenteel voordeel van € 1,4 miljoen. Dit bestaat uit diverse financiële mee- en tegenvallers.
- De kapitaallasten bij onderwijs vallen per saldo € 2 miljoen voordeliger uit. Dit komt omdat de omslagrente gedaald is van 1 naar 0% en omdat de afboeking op schoolgebouwen niet heeft plaats gevonden omdat de geplande sloop niet plaats vond in 2024.
- Het incidentele voordeel bij ondersteuning onderwijs komt deels doordat niet alle onderwijsachterstand middelen zijn uitgegeven, wat ook leidt tot een lagere specifieke uitkering voor hetzelfde bedrag. Daarnaast hebben we voor de ondersteuningskosten onderwijs ook middelen ontvangen van het Rijk en budget van 2023 overgeheveld gekregen, waardoor de reguliere budgetten niet allemaal besteed zijn in 2024, wat leidt tot een voordeel van € 0,9 miljoen.
- Omdat investeringen uit 2023 vertraagd zijn, leidt dit tot minder kapitaallasten in 2024. Samen met de lagere omslagrente levert dit een incidenteel voordeel op van € 1,8 miljoen in 2024.
- Er zijn straatwerkzaamheden uitgevoerd voor € 1,3 miljoen waarvoor een bijdrage is ontvangen van derden. Daarnaast zijn er schades aan objecten in de openbare ruimte gerepareerd. Veel schades konden succesvol worden verhaald op ofwel de verzekeringsmaatschappij van de veroorzaker ofwel op het waarborgfonds motorverkeer. Per saldo is dit budgettair neutraal.
- Er zijn in 2024 meer reisdocumenten aangevraagd dan begroot. Dit leverde extra baten op, maar ook hogere lasten, omdat we meer hebben moeten inhuren. Per saldo hebben we hier een nadeel van € 0,1 miljoen omdat de paspoortleges gemaximeerd zijn qua prijs.
- In 2024 zijn er veel meer omgevingsvergunningen aangevraagd en afgegeven dan verwacht. Dit leidt tot hogere baten, maar ook tot hogere lasten, omdat er extra medewerkers nodig waren om de vergunningen af te geven. Per saldo leidt dit tot een incidenteel voordeel van € 0,9 miljoen.
- Jaarlijks vindt een herijking plaats van de hoogte van de voorziening voor pensioenverplichtingen voor wethouders. De rekenrente is gedaald en de pensioenuitkering is geïndexeerd. Dit betekent dat we een extra dotatie van € 1,6 miljoen hebben moeten doen aan de voorziening.
- Vanwege ziekteverzuim, meer projecten en organisatieontwikkelingen hebben we voor € 1,5 miljoen extra personeel moeten inhuren. Die uren konden we weer toerekenen aan diverse projecten, waarbij de productiviteit van zowel de inhuur als eigen medewerkers hoger was dan vooraf geraamd, waardoor we ook extra baten hadden van € 2,6 miljoen.
- Per saldo hebben we € 4,8 miljoen minder uit het gemeentefonds ontvangen dan begroot. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn dat we voor € 1,6 miljoen aan hogere accressen hebben ontvangen; de ruimte onder het plafond van het BTW-compensatiefonds was in 2024 incidenteel € 5,9 miljoen voor Amersfoort. Hier hadden we geen rekening mee gehouden in onze begroting; de bijstelling van de Amersfoortse aantallen op de gemeentefondsmaatstaven heeft geleid tot een nadeel van per saldo € 11,2 miljoen. Dit komt voornamelijk doordat we minder huishoudens laag inkomen (met drempel) hadden dan ingeschat, en hogere WOZ-waardes; de decembercirculaire 2024 leverde ons nog voor € 2 miljoen aan incidentele taakmutaties op; in de begroting 2024 hadden we op advies van de provincies een stelpost voor extra baten jeugd opgenomen ter grootte van € 3,1 miljoen. Die extra baten zitten ultimo 2024 verweven in het totaal van het gemeentefonds maar levert nu een te verklaren nadeel op van € 3,1 miljoen.
- De omslagrente is gedaald van 1% naar 0%. Dit leidt in de begrotingsprogramma’s tot een voordeel en in deelprogramma 5.1 Financiën en Belastingen tot een nadeel van € 6,2 miljoen. Per saldo is dit budgettair neutraal.
- We hebben meer geld uitstaan bij ’s Rijks schatkist dan eerder gedacht. Dit levert € 4,5 miljoen aan extra rentebaten op.
- In 2023 zijn investeringen vertraagd. Hierdoor zijn de hieraan verbonden kapitaallasten ook niet gestart in 2024. Als gevolg hiervan vielen de kapitaallasten in 2024 lager uit dan begroot. De stelpost toekomstige vervangingsinvesteringen is daarom in 2024 niet nodig geweest, wat heeft geleid tot een voordeel van ongeveer € 1,2 miljoen.
- Bij het opstellen van de Begroting 2024 is rekening gehouden met een stelpost loon/prijsbijstelling. Op deze stelpost resteert in 2024 nog een bedrag van € 1,4 miljoen, aangezien hier geen beroep is gedaan. Dit leidt dus tot een incidentele meevaller van € 1,4 miljoen.
- Tot slot zijn er diverse andere, veelal kleinere mee- en tegenvallers in de jaarrekening.
Verloop reserves
Onderstaande tabel geeft het verloop weer van de saldireserve en de bestemmingsreserves over het jaar 2024.
Tabel AR.02 Overzicht verloop reserves
Naam reserve | Saldo begin 2024 | Onttrekking | Toevoeging | Totaal |
---|---|---|---|---|
Algemene Reserve | 87.187 | -21.767 | 35.248 | 100.668 |
Bestemmingsreserves | 90.812 | -16.472 | 16.850 | 91.189 |
Gerealiseerd resultaat | 30.952 | 0 | 15.346 | 46.299 |
Totaal | 208.951 | -38.239 | 67.444 | 238.156 |
Voor een uitgebreider overzicht van de reserves verwijzen we u naar de paragraaf Eigen vermogen , dit is onderdeel van de Toelichting op de balans.
We zien dat de saldireserve (onze algemene reserve) mede dankzij het jaarrekeningresultaat uit 2023 gestegen is van € 87 miljoen naar € 100 miljoen. De bestemmingsreserves zijn per saldo niet echt toe- of afgenomen. De onttrekkingen en stortingen in de bestemmingsreserves hielden in 2024 grofweg gelijke tred. Vanwege de stijging van de saldireserve, is ook onze buffer voor het opvangen van financiële risico's (de beschikbare weerstandscapaciteit) gestegen. Dit in combinatie met een stijging van de risico's, zorgt ervoor dat ook de weerstandsratio tussen 1 januari 2024 en 31 december 2024 gelijk is gebleven.