Portefeuillehouder
Willem-Jan Stegeman
Inleiding
De gemeente wil inzicht hebben en houden in de risico’s, waardoor we adequate maatregelen kunnen treffen. We streven er naar dat het optreden van risico’s zo weinig mogelijk effect heeft op de uitvoering van het bestaande beleid en de te bereiken doelen. Dit doet Amersfoort door maatregelen te treffen ter voorkoming of beperking van risico’s, het risicobewustzijn van medewerkers te stimuleren en risico’s bewust onderdeel uit te laten maken van bestuurlijke besluitvorming. Risico’s kunnen ook een niet financiële impact hebben: immers alles wat impact heeft op een doelstelling is een risico. In deze paragraaf wordt daarom ook aandacht besteed aan meer algemene organisatierisico’s. Van deze algemene organisatierisico's hebben we de vijf belangrijkste opgenomen.
Deze paragraaf bestaat uit de weergave van de belangrijkste risico’s van de gemeente. De op geld waardeerbare risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) worden vervolgens in relatie gebracht met de beschikbare weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen geeft inzicht in hoeverre de gemeente in staat is ('voldoende vet op de botten heeft') om de financiële gevolgen van deze risico's op te vangen.
Beleidskader / algemene uitgangspunten
Ter voorbereiding op de jaarrekening is een actualisatie van de risico-inventarisatie uitgevoerd. Risico’s met financiële effecten worden meegenomen bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit.
Bewustwording van risico’s is een belangrijke stap in het beheersen van risico’s. Regelmatig moeten we stilstaan bij onze doelstellingen van beleid, programma of project. Tevens moeten we nadenken welke risico's het bereiken van deze doelstellingen in de weg staan. Pas als we onze risico's kennen, kunnen we ook gepaste maatregelen treffen. Hierdoor zijn we als organisatie beter in staat onze doelstellingen te realiseren.
Benodigde weerstandscapaciteit
Ons financiële risicoprofiel bepaalt onze benodigde weerstandscapaciteit. Dit is het bedrag dat nodig is om de financiële gevolgen van de risico’s op te vangen. Aangezien niet alle financiële risico’s tegelijkertijd en in maximale omvang optreden, maken we gebruik van een simulatie-methode om de hoogte van het benodigde weerstandsvermogen te bepalen.
Deze benodigde weerstandscapaciteit bedraagt, bij een zekerheidspercentage van 90%, € 41,6 miljoen. Dit betekent dat we met 90% zekerheid kunnen zeggen dat het totale risicobedrag tussen de € 0 en € 41,6 miljoen uitkomt. Dit bedrag hebben we nodig als tijdelijke overbrugging om onze risico’s financieel op te vangen. Wel dienen we, als de risico's zich voordoen, incidentele of structurele maatregelen te treffen om de gevolgen van de risico's op te vangen.
Onderstaande tabel laat zien hoe de benodigde weerstandscapaciteit vanuit de verschillende programma’s is opgebouwd.
Tabel: PW.01 Benodigde weerstandscapaciteit
(x € miljoen)
PROGRAMMA | BEGROTING 2025 (STAND 30-06-2024) | JAARREKENING 2024 (STAND 31-12-2024) | STIJGING/ DALING T.O.V. BEGROTING 2025 |
---|---|---|---|
1. Programma Omgeving | 18,5 | 26,5 | |
1.1 Energietransitie | 0,0 | 0 | = |
1.2 Grondexploitaties en Ruimtelijke Ordening | 17,4 | 25,1 | ↑ |
1.3 Wonen | 0,0 | 0,3 | ↑ |
1.4 Mobiliteit | 1,1 | 1,1 | ↑ |
2. Programma Sociaal | 6,0 | 5,7 | |
2.1 Zorg, ondersteuning, inclusie en vluchtelingen | 4,5 | 3,2 | ↓ |
2.2 Werk en Inkomen | 0,9 | 1,0 | ↑ |
2.3 Onderwijs en Sport & Bewegen | 0,6 | 1,5 | ↑ |
3. Programma Bedrijvigheid | 4,4 | 4,9 | |
3.1 Economie | 0,1 | 0,1 | ↑ |
3.2 Kunst, Cultuur en evenementen | 0,1 | 0,0 | ↓ |
3.3 Handhaving | 0,0 | 0,0 | = |
3.4 Sociale en fysieke veiligheid | 0,2 | 0,2 | ↑ |
3.5 Stedelijk beheer, milieu en dierenwelzijn | 4,0 | 4,6 | ↑ |
4. Programma bestuur | 2,9 | 3,8 | |
4.1 Dienstverlening | 1,4 | 1,4 | ↑ |
4.2 Bestuur en regionale samenwerking | 0,2 | 0,2 | ↑ |
4.3 Bedrijfsvoering | 1,4 | 2,2 | ↑ |
5. Programma Algemene dekkingsmiddelen | 0,7 | 0,7 | |
5.1 Financiën | 0,7 | 0,7 | ↑ |
TOTAAL | 32,4 | 41,6 |
Ten opzichte van de vorige inventarisatie (begroting 2025) is de benodigde weerstandscapaciteit toegenomen met € 9 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door mutaties bij de volgende programma's:
- Toename bij programma 1.2 Grondexploitaties en Ruimtelijke Ordening ad € 7,7 miljoen. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van:
- Vertragingen bij de gronduitgifte in het Bestaand Stedelijk Gebied en bij de bedrijventerreinen Wieken en Vathorst. Daarnaast is het risicoprofiel van het kostenverhaal voor het Hoefkwartier niet afgenomen, zoals oorspronkelijk was beoogd. Verder draagt de opening van de grondexploitatie Schothorsterlaan 88 ook bij aan de stijging van het risicoprofiel.
- Voorts is sprake van een nieuw risico onder dit programma. Dit betreft de nieuwe ontsluitingsweg Vathorst-Bovenduist die een aangepaste aansluiting op de N199 / A1 behoeft. Er is nog geen overeenstemming met Rijkswaterstaat over de aansluitvorm en partijen hebben verschillende voorkeursscenario's. Het voorkeursscenario van Rijkswaterstaat heeft een fors nadelig financieel effect ten opzichte van de gemeentelijke businesscase. Het risico bestaat dat Rijkswaterstaat vasthoudt aan dit scenario met een mogelijk nadelig financieel effect als gevolg.
- Toename in programma 1.3 Wonen ad € 0,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door een nieuw risico in 2024. In het kader van Startbouwimpuls is een specifieke uitkering ontvangen voor het Project Plotterweg 26-28. Aan de projectontwikkelaar is in 2024 een vooruitbetaald bedrag verstrekt. Het project dient binnen drie jaar opgeleverd te worden. Als deze termijn niet gehaald wordt dan bestaat het risico dat de gehele specifieke uitkering aan het Rijk terug betaald dient te worden.
- Afname in programma 2.1 Zorg, ondersteuning, inclusie en vluchtelingen ad € 1,3 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door:
- Een daling van € 0,3 miljoen bij het WMO en Jeugdwet risico doordat het financieel gevolg van € 2 miljoen naar € 1 miljoen is gehalveerd. Dit omdat er bij Jeudgwet 1 hoofdaanbieder is wat monitoring eenvoudiger maakt.
- Daling ad € 0,4 miljoen doordat de kans is gedaald dat de gemeente hogere lasten krijgt doordat (een deel van) de BTW van ingekochte diensten in het sociaal domein BTW plichtig wordt.
- Daling ad € 0,7 miljoen omdat twee risico's niet meer van toepassing zijn. Deze risico's hebben zich de afgelopen jaren niet gemanifesteerd. Op basis van de huidige ontwikkelingen besloten om deze risico's te laten vervallen.
- Toename in programma 2.3 Onderwijs en Sport & Bewegen ad € 0,9 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door enerzijds het nieuwe risico ad € 0,6 miljoen inzake extra kosten als gevolg van het niet kunnen aansluiten van nieuwe onderwijshuisvesting op het stroomnet. Daarnaast zijn 2 risico's niet meer van toepassing ad € 0,1 miljoen en hebben er bij 2 risico's mutaties plaatsgevonden in de risico-inschatting waardoor deze zijn gestegen met € 0,3 miljoen en 0,2 miljoen.
- Toename in programma 3.5 Stedelijk beheer, milieu en dierenwelzijn ad € 0,6 miljoen wordt met name veroorzaakt een toename ad € 0,6 miljoen in het risico van prijsverhogingen bij het afsluiten van nieuwe contracten via aanbestedingen.
- Toename in programma 4.3 Bedrijfsvoering ad € 0,8 miljoen wordt met name veroorzaakt door 2 nieuwe risico's t.o.v. de begroting. H et risico bestaat dat de gemeente aanvullende kosten moet maken voor personen die gebruik maken van het RVU recht (vroegpensioen), de impact hiervan is € 0,4 miljoen. Daarnaast het nieuwe risico op naheffingen van de Belastingdienst als gevolg van handhaving op schijnzelfstandigen bij ZZP'ers. De impact hiervan is € 0,3 miljoen.
In tabel PW.03 zijn de risico's met grootste wijziging ten opzichte van de begroting 2025 opgenomen.
Onderstaande tabel geeft inzicht in de belangrijkste 25 financiële en niet-financiële risico's van de gemeente Amersfoort. Het gaat hier om de belangrijkste risico's gerangschikt naar financiële impact op de benodigde weerstandscapaciteit. De kans dat het risico optreedt bepaalt samen met het financiële gevolg de impact van het risico op het risicoprofiel.
Tabel: PW.02 Top 25 belangrijkste risico's
(x € miljoen)
RISICO | BEHEERSMAATREGEL | FINANCIEEL EFFECT* | |
---|---|---|---|
1.2 Grondexploitaties en ruimtelijke ontwikkeling | |||
Gebiedsexploitatie Hoefkwartier | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 6,7 | |
Grondexploitatie Kop van Isselt - ROVA | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 6,0 | |
Grondexploitatie Bestaand Stedelijk Gebied | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 2,1 | |
Grondexploitatie Vathorst Bedrijventerrein | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 1,8 | |
Project Verduurzaming gemeentelijke vastgoed: | Actueel en doelmatig contractmanagement en bouwmanagement inrichten. Constant met elkaar in gesprek blijven. | 1,4 | |
Grondexploitatie Wieken / Bloeidaal | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 1,1 | |
Grondexploitatie Schothorsterlaan 88 | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 0,9 | |
Risico strategisch vastgoed: Het risico bestaat dat bij verkoop de opbrengst lager is dan de boekwaarde van het desbetreffende strategische vastgoed. | Periodieke toetsing of de boekwaarde niet hoger is dan de marktwaarde. Als dat wel zo is, dan moet er afgeboekt worden. | 0,9 | |
Project Verduurzaming gemeentelijke vastgoed: | Themateam netcongestie met selectie van engineers van aannemers om te ontdubbelen en kennis te delen heeft plaatsgevonden. Naar schatting ontstaat in 15% van de gebouwen rework op het moment dat netcongestie is opgelost. | 0,8 | |
De nieuwe ontsluitingsweg Vathorst-Bovenduist behoeft een aangepaste aansluiting op de N199 / A1. Er is nog geen overeenstemming met Rijkswaterstaat over de aansluitvorm en partijen hebben verschillende voorkeursscenario's. Het voorkeursscenario van Rijkswaterstaat heeft een fors nadelig financieel effect ten opzichte van de gemeentelijke businesscase. Het risico bestaat dat Rijkswaterstaat vasthoudt aan dit scenario met een mogelijk nadelig financieel effect als gevolg. | Begin 2025 vinden (bestuurlijke) escalatiegesprekken plaats tussen de gemeente, Rijkswaterstaat, provincie en Bunschoten. Doel is om het oorspronkelijke schetsontwerp te handhaven. Wanneer Rijkswaterstaat vasthoudt aan haar voorkeursscenario, zal ook de financiële dekking hiervan in de gesprekken worden betrokken. | 0,8 | |
Grondexploitatie Kavels over de Laak | Binnen de door de raad vastgestelde kaders sturen wij zoveel mogelijk op het behalen van de planning en het beperken van de kosten, respectievelijk het verhogen van de opbrengsten. | 0,6 | |
Maatschappelijk Vastgoed: onvoldoende middelen voor meerjarig planmatig- en spoedeisend onderhoud waarvan het juridisch en economisch eigendom bij de gemeente ligt. Het risico bestaat dat hierdoor de kwaliteit van de gebouwen achteruit gaat waardoor ongewenste situaties kunnen ontstaan. | SRO actualiseert alle MJOP's iedere 3 jaar. Hierdoor blijven de MJOP's actueel bij de conditie van het vastgoed en kostenniveau benodigd voor aanbesteding van het onderhoud. De situatie is op dit moment wel heel lastig te voorspellen door de naweeën van corona, de oorlog in Oekraïne en de al aanwezige schaarste in personeel en materiaal. Het kostenniveau monitoren we jaarlijks. Tevens wordt vanaf 2024 jaarlijks een steekproefcontrole gedaan middels een conditiemeting door een externe partij om te checken of de onderhoudstoestand die door SRO wordt opgegeven ook daadwerkelijk wordt gehaald. | 0,6 | |
2.1 Zorg, ondersteuning, inclusie en vluchtelingen | |||
Het risico bestaat dat er hogere zorglasten ontstaan dan begroot door het onvoldoende kunnen behalen van de maatregelen uit de Hervormingsagenda Jeugd. | Het voortdurend monitoren en waar nodig inhoudelijk en financieel bijstellen van beleid en maatregelen teneinde de gewenste resultaten alsnog te behalen. | 1,8 | |
Het risico bestaat dat WMO aanbieders een beroep doen op de gemeente voor financiële ondersteuning bij het voordoen van (ondernemers) risico's. | Vanuit gemeente goed contact onderhouden met aanbieders om tijdig knelpunten te signaleren waardoor het mogelijk is eventueel bij te sturen. | 0,5 | |
2.3 Onderwijs en Sport & Bewegen | |||
Netcongestie: Extra kosten moeten worden gemaakt als gevolg van het niet kunnen aansluiten van nieuwe onderwijshuisvesting op het stroomnet. Samenfoort is genoodzaakt om extra kosten te maken om nieuwe schoolgebouwen te kunnen gebruiken (bijv. accupakketten). Het risico bestaat dat uit de herijking 2026 Samenfoort de business case niet sluitend kan houden. | Zoals in de afspraken is vastgelegd, worden de Coöperaties financieel verantwoordelijk, ook voor het managen van risico's. Voor zover sprake is van risico's met gevolgen voor de uitvoering van het integraal huisvestingsplan komen die iedere 4 jaar bij de herijking aan de orde. De eerstvolgende herijking wordt in 2026 verwacht. | 0,6 | |
De geraamde bedragen voor onderwijshuisvesting gaan uit van energiezuinig en klasse B frisse scholen, maar niet van BENG en evenmin van ENG. Vanaf 1-1-2021 geldt in het Bouwbesluit 2020 de eis van BENG en daar moeten de Coöperaties Samenfoort PO en Samenfoort VO aan voldoen (BENG = Bijna Energie Neutrale Gebouwen; ENG = Energieneutraal/gasloos). Als gevolg hiervan bestaat het risico dat het budget wordt overschreden. | In het raadsbesluit van 21 november 2017 over doordecentralisatie van onderwijshuisvesting is vastgelegd dat de Coöperaties de uitvoering van de zorgplicht overnemen. Er gaat gewerkt worden met een 4-jarige cyclus (2019-2022). Zoals in de afspraken is vastgelegd, zijn de Coöperaties financieel verantwoordelijk, ook voor het managen van risico's. Voor zover sprake is van risico's met gevolgen voor de uitvoering van het integraal huisvestingsplan komen die iedere 4 jaar bij de herijking aan de orde. In 2022 heeft er een herijking plaatsgevonden, waarbij is vastgesteld dat BENG bouwen binnen de huidige business case nog past. Gezien de stijgende bouwkosten en de verwachting dat ook ENG op termijn verplicht wordt, blijft dit risico wel bestaan. | 0,6 | |
3.5 Stedelijk beheer, milieu en dierenwelzijn | |||
Prioritering in het onderhoudsprogramma, als gevolg van budgettaire overwegingen, of als gevolg van beperkte personele capaciteit, afstemming met nutsbedrijven (sanering brosse gasleidingen) of andere stedelijke ontwikkelingen (energietransitie, woningbouw). Het risico bestaat tot uitstel of vertraging van noodzakelijk groot onderhoud, waardoor kosten gemaakt moeten worden om de veiligheid te borgen. | Inzicht in veranderingen in kwaliteit en waar dit optreedt, goede afstemming met alle relevante partijen. | 0,8 | |
Voor de openbare ruimte werken we met meerjarige contracten. Het risico bestaat dat we, als gevolg van veranderende marktomstandigheden en nieuwe/aanvullende gemeentelijke eisen aan beheer/onderhoud, bij het afsluiten van nieuwe contracten via aanbestedingen geconfronteerd kunnen worden met prijsverhogingen. | Prijsverhogingen kunnen (deels) worden doorberekend in tarieven. Dit geldt voor tarieven op het gebied van afval en riolering. | 0,7 | |
Herstelkosten als gevolg van extreme weersomstandigheden (droogteschade, storm- en vorstschade, en wateroverlast). | Met onze regelmatige veiligheidscontroles en beheermaatregelen beperken we het risico van stormschade zoveel mogelijk. Bij herinrichting van de openbare ruimte houden we rekening met de actuele inzichten op dit gebied om de risico's van overtollig water en droogte op lange termijn zo efficiënt mogelijk te beheersen. Droogteschade wordt beperkt door maatregelen om water vast te houden en rekening te houden met de beplantingskeuze. | 0,5 | |
4.1 Dienstverlening | |||
Inkomsten uit leges (omgevingsvergunning) blijven onzeker omdat zij mee-fluctueren met de economische ontwikkelingen. Ondanks nieuwe wetgeving (WKB/Omgevingswet) blijft bouwtoezicht nodig. Het risico bestaat dat de legesinkomsten de kosten niet voldoende dekken. Dit wordt aan de ene kant veroorzaakt door minder legesinkomsten (voor sommige categorieën vervalt de technische toets) en aan andere kant door meer handhaving. | Er is een Formatienormeringsysteem. We werken met een flexibele schil van 3 á 4 FTE. Voorts volgen we de betaling van leges op de voet. | 0,8 | |
Organisatiebreed | |||
Als gevolg van de krappe arbeidsmarkt bestaat het risico dat de gemeente onvoldoende goede mensen kan binden en werven waardoor gemeentelijke doelen niet of niet voldoende behaald kunnen worden. | Binden: | N.v.t. | |
Als gevolg van het onvoldoende anticiperen op impactvolle externe ontwikkelingen (waaronder pandemieën en crises) bestaat het risico dat gemeentelijke doelen niet of niet voldoende behaald worden. | -. Blijven werken aan bewustwording op externe omgeving om op tijd in te kunnen spelen op snel veranderende omstandigheden. | N.v.t. | |
Automatisering | -. Blijven investeren in cultuur van bewustwording automatiserings-risico’s. | N.v.t. | |
Door het ontbreken van scherpe doelstellingen bestaat het risico dat niet kan worden vastgesteld of het maatschappelijk effect bereikt is/wordt. | -. Transparantie in de mogelijkheden die de gemeente heeft om maatschappelijke effecten- en doelen te bereiken. | N.v.t. | |
De bereidheid om risico’s te nemen (accepteren) is niet volwassen en te impliciet. Dit leidt tot besluiteloosheid en suboptimale resultaten. | -. Blijven bevorderen van een open cultuur waarbij vanuit vertrouwen en professionaliteit ‘alles op tafel komt’. | N.v.t. |
Onderstaande tabel geeft inzicht in de grootste mutaties in het risicoprofiel en het aandeel in de benodigde weerstandscapaciteit ten opzichte van de laatste actualisatie bij Begroting 2024-2027.
Tabel: PW.03 Financieel risico's met de grootste mutaties in de benodigde weerstandscapaciteit
(x € miljoen)
RISICO | PROGRAMMA | JAARREKENING 2024 | BEGROTING 2025 | MUTATIE |
---|---|---|---|---|
Gebiedsexploitatie Hoefkwartier | 1.2 Grondexploitaties en Ruimtelijke ordening | 6,7 | 4,1 | 2,6 |
Overige GREX'en | 1.2 Grondexploitaties en Ruimtelijke ordening | 2,1 | 0,2 | 1,9 |
Grondexploitatie Bestaand stedelijk gebied | 1.2 Grondexploitaties en Ruimtelijke ordening | 2,1 | 0,5 | 1,6 |
De nieuwe ontsluitingsweg Vathorst-Bovenduist behoeft een aangepaste aansluiting op de N199 / A1. Er is nog geen overeenstemming met Rijkswaterstaat over de aansluitvorm en partijen hebben verschillende voorkeursscenario's. Het voorkeursscenario van Rijkswaterstaat heeft een fors nadelig financieel effect ten opzichte van de gemeentelijke businesscase. Het risico bestaat dat Rijkswaterstaat vasthoudt aan dit scenario met een mogelijk nadelig financieel effect als gevolg. | 1.2 Grondexploitaties en Ruimtelijke ordening | 0,8 | 0 | 0,8 |
Netcongestie: Extra kosten moeten worden gemaakt als gevolg van het niet kunnen aansluiten van nieuwe onderwijshuisvesting op het stroomnet. Samenfoort is genoodzaakt om extra kosten te maken om nieuwe schoolgebouwen te kunnen gebruiken (bijv. accupakketten). Het risico bestaat dat uit de herijking 2026 Samenfoort de business case niet sluitend kan houden. | 2.3 Onderwijs en Sport & Bewegen | 0,6 | 0 | 0,6 |
Grondexploitatie Wieken / Bloeidaal | 1.2 Grondexploitaties en Ruimtelijke ordening | 1,1 | 0,5 | 0,6 |
Voor de openbare ruimte werken we met meerjarige contracten. Het risico bestaat dat we, als gevolg van veranderende marktomstandigheden en nieuwe/aanvullende gemeentelijke eisen aan beheer/onderhoud, bij het afsluiten van nieuwe contracten via aanbestedingen geconfronteerd kunnen worden met prijsverhogingen. | 3.5 Stedelijk beheer, milieu en dierenwelzijn | 0,7 | 0,2 | 0,5 |
De wet Omzetbelasting is in juli 2022 aangepast bij het onderdeel 'ter beschikking stellen van personeel'. Het risico bestaat dat als gevolg van de aangepaste regelgeving (een deel) van (nieuw) ingekochte diensten in het sociaal domein (op termijn, namelijk bij ingang nieuwe contracten) BTW plichtig zouden kunnen worden waardoor de kosten van de ingekochte diensten aanzienlijk hoger uit zouden kunnen vallen. | 2.1 Zorg, ondersteuning, inclusie en vluchtelingen | 0,2 | 0,6 | -0,4 |
Grondexploitatie Vathorst Bedrijventerrein | 1.2 Grondexploitaties en Ruimtelijke ordening | 1,8 | 1,4 | 0,4 |
De geraamde bedragen voor onderwijshuisvesting gaan uit van energiezuinig en klasse B frisse scholen, maar niet van BENG en evenmin van ENG. Vanaf 1-1-2021 geldt in het Bouwbesluit 2020 de eis van BENG en daar moeten de Coöperaties Samenfoort PO en Samenfoort VO aan voldoen (BENG = Bijna Energie Neutrale Gebouwen; ENG = Energieneutraal/gasloos). Als gevolg hiervan bestaat het risico dat het budget wordt overschreden. | 2.3 Onderwijs en Sport & Bewegen | 0,6 | 0,2 | 0,4 |
Het risico bestaat op stijgende lasten ondersteuning en zorg door (bovenmatige) autonome groei binnen de WMO en Jeugdwet die niet tijdig wordt gesignaleerd. | 2.1 Zorg, ondersteuning, inclusie en vluchtelingen | 0,3 | 0,6 | -0,3 |
De Belastingdienst heeft aangegeven per 1 januari 2025 te gaan handhaven op schijnzelfstandigheid bij ZZP'ers. Als de Belastingdienst oordeelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid bij inhuur van ZZP'ers kan er sprake zijn van naheffingen. Het risico bestaat dat de gemeente loonheffingen en sociale premies moet betalen. | 4.3 Bedrijfsvoering | 0,3 | 0 | 0,3 |
Er is een tijdelijke ketenovereenkomst voor 2025 afgesloten voor de inzameling van PMD met Verpact. De overeenkomst eindigt 31-12-2025, de onderhandelingen voor 2026 lopen. Het risico bestaat dat voor de komende jaren de vergoedingen niet substantieel zullen stijgen en mogelijk zelfs zullen dalen t.o.v. voorgaande jaren. | 3.5 Stedelijk beheer, milieu en dierenwelzijn | 0 | 0,2 | -0,2 |
In het kader van Startbouwimpuls is een specifieke uitkering ontvangen voor het Project Plotterweg 26-28. Aan de projectontwikkelaar is in 2024 een vooruitbetaald bedrag verstrekt. Het project dient binnen drie jaar opgeleverd te worden. Als deze termijn niet gehaald wordt dan bestaat het risico dat de gehele specifieke uitkering aan het Rijk terug betaald dient te worden. | 1.3 Wonen | 0,2 | 0 | 0,2 |
De gecontracteerde marktpartij voor de bouw van Amerena gaat binnen 10 jaar na ingebruikname (2018) failliet. Het risico bestaat dat als gevolg hiervan de aanspraak op garantie vervalt waardoor het budget wordt overschreden. | 2.3 Onderwijs en Sport & Bewegen | 0,2 | 0 | 0,2 |
Door verdere digitalisering, ook buiten de organisatie, kan verlies van gegevens door verkeerde opslag of een beperking van de beschikbaarheid van deze gegevens optreden. Als gevolg hiervan bestaat het risico dat het primaire proces stagneert of herstelwerkzaamheden verricht moeten worden (hybride werken effect) waardoor gemeentelijke doelen niet of niet tijdig behaald kunnen worden. | 4.3 Bedrijfsvoering | 0,2 | 0 | 0,2 |
Deze tabel kan als volgt worden toegelicht.
De stijging in de benodigde weerstandscapaciteit wordt met name veroorzaakt door mutaties in de GREX'en. Deze mutaties hebben met name te maken met gewijzigde risicoprofielen t.o.v. de begroting door veranderende marktomstandigheden bij de grondexploitatie van het Hoefkwartier, het Bestaand Stedelijk Gebied, het bedrijventerreinen Wieken en Vathorst en de overige grondexploitaties
Naast de mutaties in de GREX'en is ook sprake van mutaties in overige risico's en zijn er vier nieuwe risico's bijgekomen. Deze zijn hieronder nader toegelicht:
- Het risico met het werken met meerjarige contracten en prijsverhogingen voor het afsluiten van nieuwe contracten voor de openbare ruimte is gestegen met € 0,5 miljoen. Als gevolg van sterke prijsstijgingen binnen de markt is bij dit risico de risico-inschatting gewijzigd waardoor de kans en het verwacht financieel gevolg hoger zijn geworden.
- Het risico met betrekking tot de wijziging van de wet Omzetbelasting in juli 2022 is gedaald met € 0,4 miljoen. Deze is gedaald omdat dit risico zich vooralsnog niet heeft voorgedaan en nu dus lager wordt ingeschat.
- Het risico ten aanzien van energie bij onderwijshuisvestingen is gestegen met € 0,4 miljoen door een gewijzigde risico-inschatting (kansklasse is hoger geworden).
- Het risico op stijgende lasten ondersteuning en zorg door (bovenmatige) autonome groei binnen de WMO en Jeugdwet die niet tijdig wordt gesignaleerd is gedaald met € 0,3 miljoen doordat mogelijke financiële gevolgen zijn gehalveerd. Bij Jeugdwet is er maar 1 hoofdaanbieder wat ervoor zorgt dat monitoring eenvoudiger is.
- Het risico ten aanzien van de ketenovereenkomst voor 2025 voor de inzameling van PMD met Verpact is gedaald met € 0,2 miljoen. Omdat voor 2025 nu een tijdelijke overeenkomst is afgesloten, is het maximale gevolg nu € 0.
- Het risico dat de aanspraak op garantie vervalt (budgetoverschrijding) als gevolg het failliet gaan van de gecontracteerde marktpartij voor de bouw van Amerena binnen 10 jaar na ingebruikname (2018) is gestegen met € 0,2 miljoen door een gewijzigde risico-inschatting (kansklasse en verwacht financieel gevolg is hoger geworden).
- Het risico met betrekking tot digitalisering is gestegen met € 0,2 miljoen door een gewijzigde risico-inschatting. De kansklasse en verwacht financieel gevolg is hoger geworden door ontwikkelingen op ICT gebied.
De vier nieuwe risico's zijn hieronder nader toegelicht:
- De nieuwe ontsluitingsweg Vathorst-Bovenduist behoeft een aangepaste aansluiting op de N199 / A1. Er is nog geen overeenstemming met Rijkswaterstaat over de aansluitvorm en partijen hebben verschillende voorkeursscenario's. Het voorkeursscenario van Rijkswaterstaat heeft een fors nadelig financieel effect ten opzichte van de gemeentelijke businesscase. Het risico bestaat dat Rijkswaterstaat vasthoudt aan dit scenario met een mogelijk nadelig financieel effect als gevolg.
- Netcongestie: Extra kosten moeten worden gemaakt als gevolg van het niet kunnen aansluiten van nieuwe onderwijshuisvesting op het stroomnet. Samenfoort is genoodzaakt om extra kosten te maken om nieuwe schoolgebouwen te kunnen gebruiken (bijv. accupakketten). Het risico bestaat dat uit de herijking 2026 Samenfoort de business case niet sluitend kan houden.
- De Belastingdienst heeft aangegeven per 1 januari 2025 te gaan handhaven op schijnzelfstandigheid bij ZZP'ers. Als de Belastingdienst oordeelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid bij inhuur van ZZP'ers kan er sprake zijn van naheffingen. Het risico bestaat dat de gemeente loonheffingen en sociale premies moet betalen.
- In het kader van Startbouwimpuls is een specifieke uitkering ontvangen voor het Project Plotterweg 26-28. Aan de projectontwikkelaar is in 2024 een vooruitbetaald bedrag verstrekt. Het project dient binnen drie jaar opgeleverd te worden. Als deze termijn niet gehaald wordt dan bestaat het risico dat de gehele specifieke uitkering aan het Rijk terug betaald dient te worden.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de saldireserve. Deze reserve kunnen we inzetten om de financiële gevolgen van de risico's op te vangen. De omvang van de saldireserve eind 2024 is € 100,7 miljoen. Dat is redelijk een aanzienlijke toename sinds jaarrekening 2023, maar dit neemt in de komende jaren ook weer aanzienlijk af.
Tabel: Tabel: PW.04 Beschikbare weerstandscapaciteit Beschikbare weerstandscapaciteit
(x € miljoen)
JAARREKENING 2023 | JAARREKENING | |
---|---|---|
Stand saldireserve | 87,2 | 100,7 |
TOTAAL BESCHIKBARE WEERSTANDSCAPACITEIT | 87,2 | 100,7 |
Weerstandsvermogen
Als indicator gebruiken we de weerstandsratio. De weerstandsratio is de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit. Met andere woorden: het bedrag dat we aan reserves beschikbaar hebben om de financiële gevolgen van de risico's op te vangen, gedeeld door het bedrag dat we op basis van ons risicoprofiel nodig hebben. Deze ratio moet eigenlijk conform de door uw Raad vastgestelde ijkpunten tussen de 1,2 en 1,5 liggen. De weerstandsratio komt bij de Jaarstukken 2024 op 2,4 uit. Dat is gelijk aan de ratio van Jaarstukken 2023. De reden hiervoor is dat hoewel de benodigde weerstandscapaciteit is gestegen, dit ook geldt voor de beschikbare weerstandscapaciteit. Daarmee ligt de weerstandsratio op het niveau van de jaarrekening 2023 en begroting 2025.
Onderstaande tabel geeft de vergelijking van de weerstandsratio eind 2024 met de begroting 2025 en jaarrekening 2023.
Tabel: PW.05 Verloop van het weerstandsvermogen
(x € miljoen)
JAARREKENING 2023 | BEGROTING 2025 | JAARREKENING 2024 | |
---|---|---|---|
Beschikbare weerstandscapaciteit | 87,2 | 75,8 | 100,7 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 36,8 | 32,4 | 41,6 |
WEERSTANDSVERMOGEN (RATIO) | 2,4 | 2,3 | 2,4 |
Meerjarig verloop benodigde weerstandscapaciteit en de daarbij relevante ontwikkelingen
Opgenomen risico’s hebben meestal een meerjarig karakter. Bij de actualisatie van het risicoprofiel wordt ook een inschatting gemaakt van de verwachte toekomstige ontwikkeling. Verwacht wordt dat de benodigde weerstandscapaciteit in de komende jaren zal afnemen van € 41,6 miljoen in 2024 naar € 25,2 miljoen in 2028.
Het meerjarenperspectief bij de grondexploitaties laat een daling zien van € 19,9 miljoen ultimo 2024 naar € 3,5 miljoen in 2028.
Voor het merendeel van de grondexploitaties geldt dat in de loop van de jaren het risicoprofiel daalt, omdat deze steeds verder uitgewerkt worden en uiteindelijk weer afgesloten worden als alles klaar is.
In het geactualiseerde meerjaren risicoprofiel in deze jaarrekening zijn nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen niet meegenomen en buiten beschouwing gelaten voor het bepalen van de weerstandsratio. Dit omdat de ontwikkelstrategie nog niet vastligt en ook andere ruimtelijke en financiële kaders niet zijn vastgesteld (besluit raad). Toch kunnen deze ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld Kop van Isselt, Bovenduist en de herontwikkeling van het huidige Stadhuis(gebied) een substantieel risicoprofiel met zich meebrengen. Dit is mede afhankelijk van de gekozen ontwikkelstrategie. Een voorlopige inschatting is dat genoemde ontwikkelingen een impact op het gemeentelijk risicoprofiel kunnen hebben van tussen de € 10 miljoen en €20 miljoen. Deze zijn echter nog niet meegenomen in onderstaande tabel, waardoor het lijkt alsof ons risicoprofiel de komende jaren (flink) afneemt. Wanneer we nieuwe grondexploitaties daarbij wel in oogschouw nemen, zal de benodigde weerstandscapaciteit naar verwachting redelijk op peil blijven.
De programma gerelateerde risico's blijven redelijk gelijk in hoogte. Op basis van wat we nu signaleren wordt dat ingeschat op een lichte afname van circa € 21,8 miljoen (totale risico’s -/- risico’s grondexploitatie, zie tabel PW.01) naar circa € 21,7 miljoen in 2028. Deze afname wordt voornamelijk veroorzaakt door de volgende twee risico's:
- Het vervallen in jaarschijf 2028 van het risico omtrent de Wet Omzetbelasting;
- Het vervallen van het risico voor het niet kunnen voorzien in voldoende opvangplekken voor dak en thuislozen.
Tabel: PW.JR Meerjarig verloop benodigde weerstandscapaciteit
(x € miljoen)
JAARREKENING 2024 | PROGNOSE 2025 | PROGNOSE 2026 | PROGNOSE 2027 | PROGNOSE 2028 | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal programma-risico's (excl. grondexploitaties) | 21,8 | 19,7 | 22,2 | 22,2 | 21,7 |
Totaal risico's grondexploitaties | 19,9 | 12,7 | 9,8 | 5,9 | 3,5 |
TOTAAL BENODIGDE WEERSTANDCAPACITEIT | 41,7 | 32,4 | 32,0 | 28,1 | 25,2 |