Portefeuillehouder
Willem-Jan Stegeman
Inleiding
Wij zorgen voor een veilige, groene en leefbare openbare ruimte. Deze openbare ruimte bestaat uit wegen, riolering, kunstwerken, water en groen. Daarnaast zetten wij onze gebouwen in voor het bereiken van bestuurlijke doelen, zoals het huisvesten van culturele instellingen, scholen, sportverenigingen en wijkcentra. Openbare ruimte en gebouwen zijn (voor een groot deel) kapitaalgoederen. U leest hieronder welke beleidskaders er zijn voor onze kapitaalgoederen. Ook benoemen wij de financiële consequenties van het beleid ten aanzien van onze kapitaalgoederen.
Beleidskader – Openbare Ruimte
Inleiding
We werken voortdurend aan het in stand houden van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte, zoals wegen, bruggen, riolering, groen en verlichting. Het daarvoor gewenste niveau is de Amersfoortse basis, vastgelegd in het Integraal beheerplan openbare ruimte 2022-2031 en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2031 (beiden vastgesteld juni 2021). In 2024 voldeed de openbare ruimte aan dit gewenste niveau. Wegen laat door een gestructureerde aanpak van groot onderhoud een lichte stijging van kwaliteit zien.
Het in stand houden van de openbare ruimte laat zich samenvatten in de volgende beleidsdoelen:
- We voldoen aan onze zorgplicht voor een veilige en functionele openbare ruimte, zowel boven- als ondergronds.
- Onze inwoners zijn tevreden over (het beheer van) de openbare ruimte in de stad.
- Bij het uitvoeren van beheer en onderhoud geven we invulling aan ambities en opgaven, om de openbare ruimte te verbeteren, toekomstbestendig te maken, voor te bereiden op veranderingen in het klimaat en te laten passen bij de maatschappelijke behoeften.
We doen dit op een duurzame wijze. We nemen de realisatie van overige ambities en opgaven in de openbare ruimte mee, mits hiervoor cofinanciering beschikbaar gesteld is. - Wij stimuleren en faciliteren zelfbeheer en initiatieven van inwoners in de openbare ruimte.
Financiën
Het uitvoeren van beheer en onderhoud van de openbare ruimte en riolering is ook in 2024 bekostigd vanuit de exploitatie, verschillende voorzieningen en investeringen.
Exploitatie (dagelijks en groot onderhoud, zoals de integrale wijkonderhoudsbestekken en zelfbeheer). De jaarlijkse exploitatie dekt vooral het dagelijks onderhoud zoals integrale wijkonderhoudsbestekken en wordt hier niet verder toegelicht.
Voorziening 'groot onderhoud openbare ruimte' (groot onderhoud wegen/openbare ruimte, baggeren en vervanging groen en bomen). De voorziening openbare ruimte is bedoeld voor het uitvoeren van groot onderhoudsprojecten, zoals asfalteringswerkzaamheden, vervangingen van groen en bomen en baggeren. Er is in 2024 € 4,5 miljoen in de voorziening gestort. Er is € 3,5 miljoen uitgegeven ten laste van deze voorziening. Dit is een toename ten opzichte van de voorgaande jaren. Wel is deze onttrekking nog steeds lager dan de storting waardoor de stand van de voorziening gestegen. Deze bevat op 31-12-2024 ruim € 8,7 miljoen. Dit bedrag is volledig gekoppeld aan geplande projecten.
Voorziening onderhoud riolering (ex artikel 44 lid 1c BBV). Met de vaststelling van het GRP 2021-2031 is er niet meer één voorziening riolering, maar zijn er 3 voorzieningen voor de riolering met elk hun specifieke functie. De voorziening onderhoud riolering is bedoeld voor groot onderhoud aan rioleringsprojecten die hun oorsprong vinden in het GRP 2012-2021. Deze voorziening wordt opgeheven wanneer deze projecten zijn afgerond.
In 2024 is € 3,7 miljoen uitgegeven uit deze voorziening. Daarmee wordt de voorziening langzamerhand afgebouwd. De stand aan het eind van 2024 is ruim € 7,9 miljoen. In het Meerjarenuitvoeringsprogramma openbare ruimte 2024-2027 is in bijlage 3 een overzicht gegeven van deze projecten. Al deze projecten worden dus later uitgevoerd dan oorspronkelijk gepland.
Voorziening middelen derden (ex artikel 44 lid 2 BBV). De voorziening wordt gebruikt als egalisatievoorziening voor het productsaldo riolering. Hiervoor is een saldo benodigd tussen de € 0,5 en € 1 miljoen. In 2024 was dit € 0,5 miljoen. Het meerdere in de voorziening wordt aangewend ter dekking van de kapitaallasten van investeringen uit de periode 2018-2020. Vanaf het jaar 2022 wordt er niet meer standaard jaarlijks gedoteerd aan de voorziening middelen derden, maar wordt er gewerkt met een spaarcomponent voor toekomstige vervangingsinvesteringen in de rioolheffing.
Voorziening toekomstige vervangingsinvesteringen riolering (ex artikel 44 lid 1d BBV). De voorziening is bedoeld voor de vanaf 2022 in de rioolheffing opgenomen spaarcomponent. Deze wordt gebruikt om de investeringen in riool- en waterprojecten uit het GRP 2021-2031 versneld te kunnen afschrijven na activatie. In 2024 is iets meer dan € 3,3 miljoen uitgegeven aan deze projecten. Omdat er € 6,2 miljoen in de voorziening is gestort is de stand op 31-12-2024 van deze voorziening gestegen naar bijna € 11,1 miljoen.
Vervangingsinvesteringen (ten behoeve van vervanging van onder andere wegen, openbare verlichting, bruggen, kademuren en grote speelplekken). De onderdelen van de openbare ruimte die worden vernieuwd worden geactiveerd conform het BBV. De afschrijvingstermijnen verschillen, waarbij we voor het integraal herinrichten van de openbare ruimte 35 jaar rekenen. De begroting 2024 bevatte een investeringsruimte van € 14,8 miljoen. Er is € 8,2 miljoen besteed aan projecten. Dit is een duidelijke toename ten opzichte van voorgaande jaren, maar nog steeds is niet al het beschikbare investeringsbudget gebruikt. De beschikbare investeringsruimte is verdeeld over toekomstige jaren.
Tabel: POK.01 Uitgaven voor groot onderhoud en vervanging openbare ruimte
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|
Vz onderhoud riolering | 6.379 | 5.007 | 3.902 | 3.734 |
Vz middelen derden riolering | 713 | 708 | 550 | 512 |
Vz toekomstige vvi riolering | 0 | 1.536 | 2.036 | 3.317 |
Vz openbare ruimte | 2.479 | 1.075 | 2.497 | 3.534 |
Vervangingsinvestering openbare ruimte | 3.534 | 5.650 | 6.768 | 8.241 |
Totaal | 13.105 | 13.976 | 15.753 | 19.338 |
Grafiek: POK.01 Uitgaven voor groot onderhoud en vervanging openbare ruimte
Stand voorzieningen
Op 1 januari 2024 resteerde er bijna € 38,4 miljoen in de vier voorzieningen. Doordat er in 2024 iets meer is onttrokken dan gestort, is het resterende bedrag in de voorzieningen op 31-12-2024 iets afgenomen naar € 38,3 miljoen.
Tabel: POK.02 Stand voorzieningen 2024
Stand 1-1-2024 | Storting | Onttrekking | Stand 31-12-2024 | |
---|---|---|---|---|
Vz onderhoud riolering | 11.661 | 0 | 3.734 | 7.927 |
Vz middelen derden riolering | 10.834 | 312 | 512 | 10.634 |
Vz toekomstige vvi riolering | 8.158 | 6.210 | 3.317 | 11.051 |
Vz openbare ruimte | 7.715 | 4.523 | 3.534 | 8.704 |
Totaal voorziening | 38.368 | 11.045 | 11.097 | 38.316 |
Grafiek: POK.02 Stand voorzieningen 2024
Terugblik 2024
De uit te voeren projecten plannen we jaarlijks via het Meerjarenuitvoeringsprogramma Openbare Ruimte. Voor 2024 betrof dit het Meerjarenuitvoeringsprogramma Openbare Ruimte 2024-2027 (MJP-OR 24-27). De uitgaven voor projecten vertoonden een licht stijgende lijn in 2022 en 2023. In 2024 is een duidelijk sprong gemaakt. Hoewel dit ook veroorzaakt wordt door gestegen prijzen, neemt de omvang van het uitgevoerde werk duidelijk toe. Dit is ook noodzakelijk om de, in de afgelopen jaarrekeningen meermaals gerapporteerde, achterstanden in de uitvoering van projecten in te lopen.
De huidige achterstand in projecten is berekend op € 26,8 miljoen. Dit is het bedrag dat tot en met 2024 was geprogrammeerd voor projecten, maar nog niet is besteed. Het is iets lager dan de stand van de voorzieningen omdat daarin ook al middelen zijn opgenomen voor projecten die in 2025 of later zijn geprogrammeerd. De achterstand in overige projecten openbare ruimte betreft daarnaast ook een achterstand door het niet besteden van vervangingsinvesteringen. Deze zijn in 2022 voor een deel geherprogrammeerd naar komende jaren.
In het MJP-OR zijn de resterende bedragen in de voorzieningen en vervangingsinvesteringen geprogrammeerd in projecten. De vertraagde uitvoering van deze projecten heeft wel effect op de kwaliteit en toestand van de buitenruimte. De achterstand legt een extra druk op het dagelijks onderhoudsbudget vanwege meldingen over en het veilig moeten houden van verhardingen die eigenlijk al versleten zijn.
Om tot een versnelde uitvoering van projecten te komen is in 2024 de openbare ruimte als prioritaire opgave binnen de gemeentelijke organisatie opgepakt. Het programma 'versnelling openbare ruimte projecten' richt zich op de inzet van de capaciteit in de organisatie, verminderen van de doorlooptijden van projecten en snellere besluitvorming bij de afwegingen tussen een groot aantal gemeentelijke ambities en doelen. Doel is om de achterstand in circa 8 jaar volledig weg te werken. De omvang van het uitgevoerde werk moet dan groeien naar gemiddeld ongeveer € 28 miljoen per jaar.
Er is een samenwerking gestart met o.a. de netbeheerders onder de naam SPRONG ('samen programmeren in de ondergrond'). Door planningen te delen van werkzaamheden in de openbare ruimte kan vroegtijdig afstemming worden gezocht.
Tabel: POK.03 Overzicht achterstand in projecten
Begroot t/m 2024 | Realisatie t/m 2024 | Achterstand t/m 2024 | |
---|---|---|---|
Projecten onderhoud riolering | 26.549 | 19.022 | 7.527 |
Projecten investeringen riolering | 15.196 | 5.969 | 9.227 |
Totaal Riolering | 41.745 | 24.991 | 16.754 |
Overige projecten openbare ruimte* | 21.824 | 11.775 | 10.049 |
Totaal Projecten | 63.569 | 36.766 | 26.803 |
* Voor de overige projecten in de openbare ruimte geldt dat het de begrote en gerealiseerde bedragen van alleen 2024 betreft. Dit omdat het Meerjarenuitvoeringsprogramma jaarlijks wordt geactualiseerd.
Groot onderhoud en projecten
Het aantal uitgevoerde projecten en de totale omvang daarvan is in 2024 gestegen. In het oog springende projecten in 2024 waren de vernieuwde inrichting van de Varkensmarkt en skatepark Amersfoort. De Varkensmarkt verbindt nu de winkelstraten en biedt meer ruimte om op een aangename manier te verblijven. Het accent in het programma ligt echter op het vernieuwen van de openbare ruimte in de woonwijken. We leggen in de woonstraten gescheiden rioolstelsels aan, vernieuwen verhardingen en openbare verlichting. De herinrichtingen bieden een goede gelegenheid om invulling te geven aan gemeentelijke ambities en doelen. We kiezen voor inrichtingen met minder verharding en meer groen, zodat we bijdragen aan biodiversiteit, klimaatadaptatie en aantrekkelijke straten. In 2024 zijn o.a. de projecten Engweg e.o. (Hoogland) en Bachweg-Noord afgerond. In uitvoering, doorlopend naar 2025, zijn de projecten Dollardstraat-Spaarnestraat (Soesterkwartier) en de Vermeerstraat (Vermeerkwartier). In voorbereiding zijn de herinrichtingen van De Horsten (Liendert), Wolvenstraat-Vossenstraat (Leusderkwartier), Hooglanderveen-dorp (Hooglanderveen), Graaf Hendriklaan e.o. en Indische buurt (Berg-Zuid). De uitvoering van deze buurten volgt in de komende jaren.
Daarnaast zijn er projecten die minder opvallen maar belangrijk zijn voor het functioneren van de stad. Zo is o.a. in Schothorst een aantal riolen voorzien van een nieuwe binnenkant ('relinen'), zijn kunstgrasvelden en speelondergronden vervangen en diverse hoofdwegen zijn opnieuw geasfalteerd. O ok is de Wolframkade langs de Eem vernieuwd. In 2024 is a lle verlichte bewegwijzering (handwijzers) in de stad vervangen voor retro reflecterende platen. Doordat er nu geen verlichting meer in de bewegwijzering zit besparen we op stroomverbruik en onderhoudskosten.
Voor openbare verlichting is een grote vervanging van vrijwel alle armaturen naar duurzame LED-armaturen in voorbereiding. De uitvoering daarvan komt in de komende jaren.
Amersfoortse basis
De beoogde kwaliteit is in het Integraal beheerplan openbare ruimte 2022-2031 samengevat als ‘Amersfoortse basis’. De kern hiervan is dat we continue zorgen voor een veilige en functionele openbare ruimte en daarmee voldoen aan onze zorgplicht. Deze kwaliteiten zijn vastgelegd in beheerplannen, integrale wijkonderhoudsbestekken en andere onderhoudsbestekken. In de maatregelen en onderhoudsbestekken betekent dit minimaal een B-kwaliteit voor de technische staat van de openbare ruimte. 'B-kwaliteit' is een landelijke prestatienormen van kennisinstituut CROW voor het onderhoud van allerlei onderdelen van de openbare ruimte. Deze normen zijn gebaseerd op het beeld en niet op frequentie (dus hoe vol een prullenbak mag zijn en niet hoe vaak deze prullenbak moet worden geleegd).
Het groenonderhoud is voor het overgrote deel opgenomen in deze bestekken. Daarmee voldoen we aan de afgesproken kwaliteit. We zien dat onderhoudsaannemers steeds meer moeite hebben om voldoende personeel te vinden.
Uit de meest recente weginspecties, uitgevoerd in 2023 en 2024, blijkt dat het grootste deel (84%) van alle verhardingen voldoet aan onze eis dat minimaal 80% van het areaal moet voldoen aan de norm. Daarbij scoren de rijbanen en fietspaden rond de 90% en de categorieën voetpaden en parkeren/overig net geen 80%. We hebben extra aandacht voor deze laatste categorieën en de structurele aanpak heeft in 2024 geleid tot een verbetering van de kwaliteit ten opzichte van eerdere jaren. De extra aandacht blijft echter nodig. Er ligt een relatie met boomwortelopdruk, die juist in voetpaden en parkeervakken voor schade zorgt, en de achterstand in het uitvoeren van herinrichtingsprojecten. In de wijken waar projecten op de planning staat zijn de grootste knelpunten ten aanzien van de kwaliteit. Dit leidt tot meer dagelijks en klein onderhoud en daarmee voor meerkosten op stelposten (civieltechnisch werk) van de integrale onderhoudsbestekken. Het vraagt ook meer opletten om de veiligheidsnorm niet te overschrijden. We waarborgen overal de veiligheid en functionaliteit, maar moeten soms concessies doen aan de beeldkwaliteit, comfort en ‘toonbaarheid’.
Het kwaliteitsniveau van civiele kunstwerken als bruggen en tunnels is op orde. Doordat objecten zo verschillend zijn is het lastiger om een dergelijke conclusie in algemene zin te trekken. Maar er is geen achterstand en daarmee zijn er geen structurele risico's. Anders dan in veel gemeenten en historische binnensteden geldt dit ook voor de gemeentelijke kademuren.
De technische kwaliteit van de riolering is op orde, o.a. door het relinen van bestaande oudere riolen. De herinrichtingsprojecten zijn voornamelijk gericht op het bijleggen van regenwaterriolen en dus het realiseren van gescheiden rioolstelsel.
Tabel: POK.04 Onderhoudstabel
Onderhoudstabel | Technische staat | Inspectie- monitoringsmethode | |
---|---|---|---|
Begroting | Jaarrekening | ||
Groen | B | B | Beeldkwaliteit CROW kwaliteitscatalogus |
Bomen | B | B | Kwaliteitseisen Beheerrichtlijnen Bomen/ BVC-inspectie |
Spelen | B | B | Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen |
Oevers en beschoeiingen | B-C | B-C | Inspectie op veiligheid |
Wegen | B | B | Inspectie CROW schadebeelden/beeldkwaliteit |
Civiele kunstwerken | B | B | Inspectie op veiligheid/ functionaliteit |
Openbare verlichting | B | B | Inspectie op functionaliteit/ NSVV-normen/ beeldkwaliteit |
Riolering | B | B | Functioneel niveau/ RIONED-normen |
Beleidskader / algemene uitgangspunten - Gebouwen voor maatschappelijk en ruimtelijk beleid
De gemeentelijke vastgoedportefeuille bestaat in hoofdlijn uit twee delen: het maatschappelijk vastgoed en het strategische vastgoed. In totaal zijn het circa 500 vastgoedobjecten, bestaande uit gebouwen en gronden. Het maatschappelijk vastgoed huisvest organisaties die van belang zijn voor een prettige woonomgeving, sociale cohesie en maatschappelijk welzijn. Het zijn musea, wijkcentra, monumenten, sportgebouwen en -velden, atelierruimtes, terreinen voor volks- en speeltuinen en scoutingverenigingen en enkele tijdelijke (onderwijs)gebouwen. Ook hebben we zeven multifunctionele accommodaties (MFA's), waarin meerdere functies met elkaar in één gebouw gehuisvest zijn. Dit betreffen relatief grote en moderne gebouwen in onze portefeuille. Ter illustratie: deze zeven gebouwen beslaan bijna 30% van het aantal vierkante meters in onze portefeuille. Voorbeelden zijn het Eemhuis, het Icoon en de Bron. Daar waar wij voornemens zijn maatschappelijk vastgoed te vervangen, staat dit opgenomen onder de geplande investeringen.
Onderdeel van ons vastgoed zijn ook ongeveer 25 monumentale objecten, onder andere de Koppelpoort, de Onze Lieve Vrouwe-toren en de Monnikendam. Het zijn met name objecten die een cultuurhistorische en/of maatschappelijke functie binnen de gemeente hebben. De exploitatie van deze groep panden kan door hun kenmerkende karakter niet kostendekkend gebeuren. Deze objecten zijn niet of slechts gedeeltelijk te verhuren en hebben hoge onderhoudskosten, omdat het onderhoud zeer specialistisch van aard is.
De strategische portefeuille bestaat uit (tijdelijk) vastgoed, dat verworven is voor de uitbreiding en kwalitatieve verbetering van de stad, zoals voor woningbouw en voor bedrijfsmatige en infrastructurele projecten. Ook het te verkopen vastgoed maakt onderdeel uit van de strategische portefeuille.
Het beheer en de exploitatie van ons vastgoed hebben wij voor een groot deel uitbesteed aan SRO Amersfoort BV. Hiertoe hebben wij met SRO een Raamovereenkomst onroerende zaken gesloten, waarin ook zaken als staat van onderhoud en exploitatierisico zijn opgenomen. In 2023 is gewerkt aan een nieuwe Raamovereenkomst en deelovereenkomsten op gebied van onder andere Vastgoed, Sport en Verkiezingen en is deze per 1 januari 2024 afgesloten.
Voor de sportgebouwen en de meeste van de welzijns- en culturele gebouwen bouwt SRO de onderhoudsvoorziening op en voert zij vanuit deze voorziening het meerjarig, planmatig onderhoud uit. Voor de MFA's en de Flint geldt dat de gemeente de onderhoudsvoorziening opbouwt. De basis voor deze voorziening zijn meerjarige onderhoudsplannen die elke drie jaar geactualiseerd worden. Een actualisatie van onderhoudsplannen kan invloed hebben op de hoogte van de noodzakelijke voorziening en daarmee de jaarlijkse dotatie aan deze voorziening.
In de Raamovereenkomst hebben wij met KPI’s vastgelegd welke informatie over ons vastgoed SRO rapporteert op de thema's veiligheid, duurzaamheid en klanttevredenheid. Vanuit deze informatie werken wij met SRO aan de verbetering van de samenwerking en de prestaties van ons vastgoed. Er is een Routekaart opgesteld voor de verduurzaming van onze vastgoedportefeuille. Dit heeft geleid tot het beschikbaar stellen van budget in de begroting voor de verduurzaming van onze portefeuille. Elk jaar wordt bij de begroting de volgende jaarschijf aangevraagd.
In 2023 zijn de benodigde vervangingsinvesteringen in het maatschappelijk vastgoed inzichtelijk gemaakt. Voor vervanging van verouderde objecten werd steeds incidenteel budget aangevraagd en niet structureel gereserveerd. Uit de inventarisatie kwam naar voren dat ca. € 180 miljoen nodig is om verouderde objecten te vervangen / vernieuwen. In de begroting 2024-2027 is hiervoor vanaf 2025 structureel budget opgenomen.
Beleidskader / algemene uitgangspunten- Gebouwen voor gemeentelijke organisatie
Begin 2024 is de bouw van het Huis voor de Stad gestart. Eind 2024 verloopt de bouw binnen de kaders met een verwachte oplevering in het derde kwartaal 2026. Vanwege de netcongestie krijgen we niet de benodigde grootverbruikersaansluiting op het electranetwerk. Daarom is eind 2024 gestart met een onderzoek naar alternatieven om in stroom te voorzien.
In afwachting van de oplevering van het nieuwe Huis voor de Stad wordt in de huidige gebouwen alleen het instandhoudingsonderhoud uitgevoerd. Om aan wettelijke eisen met betrekking tot brandveiligheid en ARBO te voldoen zullen de komende jaren nog werkzaamheden noodzakelijk zijn.
De (incidentele) lasten van het beheer van het huidige stadhuis (o.a. instandhoudingsonderhoud) worden gedekt uit de reserve "Onderhoud stadhuis’. Deze reserve is gevormd uit de voormalige voorziening ‘Onderhoud stadhuis’. Uit deze reserve worden ook de lasten van de verhuizing naar de nieuwbouw gedekt en de kosten voor nazorg, zoals besloten in Vervolgproces Toekomst Stadhuis . De reserve wordt gevoed met de jaarlijkse dotatie voor onderhoud gebouwen stadhuisplein. De onttrekking vindt plaats op basis van de in de begroting geraamde onttrekking. De consequenties van (en mogelijkheden voor) tijdelijk beheer van het huidige stadhuis, nadat het nieuwe Huis voor de Stad in gebruik is genomen en tot het moment dat de locatie daadwerkelijk verkocht of herontwikkeld wordt, worden in 2025 in beeld gebracht. Hierbij worden ook de mogelijke financiële consequenties in beeld gebracht. Voor de eventuele kosten van tijdelijk beheer wordt gebruik gemaakt van de middelen uit de Reserve Onderhoud Stadhuis. Dit past bij het eerder vastgesteld uitgangspunt voor de nieuwbouw van het Huis voor de Stad dat ‘de kosten worden betaald binnen het kader van de beschikbare structurele en incidentele middelen voor huisvesting’. Daarnaast is deze reserve benoemd om de risico’s van de herontwikkeling te beperken (zie Financiële Analyse Variantenstudie ), nadat de locatie in 2027 verlaten wordt.
Voor de te behouden locaties (Stadhuisplein 5 en 7), geldt dat het beheer en onderhoud van deze panden in lijn is gebracht conform de beleidskaders in de Nota Vastgoedbeheer. Voor deze locaties zijn nieuwe duurzame meerjarenonderhoudsplannen opgesteld.
Beleidskader / algemene uitgangspunten - Onderwijsgebouwen
Na een wijziging van de onderwijswetgeving op 1 januari 2015 zijn alle schoolbesturen verantwoordelijk voor het totale onderhoud en aanpassingen aan schoolgebouwen. Wij zijn verantwoordelijk voor nieuwbouw, uitbreiding en vervangende nieuwbouw. Wij hebben een Integraal Huisvestingsplan gemaakt om onderwijshuisvesting te vervangen en te verduurzamen. Sinds 2019 is de uitvoering van de gemeentelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting doorgedecentraliseerd naar 2 coöperaties van schoolbesturen: Samenfoort PO en Samenfoort VO. Het (economisch) eigendom van de bestaande onderwijsgebouwen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs blijft bij de gemeente. De nieuw gebouwde schoolgebouwen komen op de balans bij de coöperaties. In de periode van 2019 tot 2059 worden in totaal 100 schoolgebouwen vervangen of vernieuwd. In 2022 is de eerste voortgangsrapportage, herijking en het tweede investeringsplan gepresenteerd. Deze is in 2023 van start gegaan. In 2023 zijn twee nieuwe schoolgebouwen opgeleverd, het Element een het Trivium en zijn de voorbereidingen begonnen voor de (vernieuw)bouw van een 3-tal andere scholen.
Daarnaast wordt op dit moment gewerkt aan een aanpassing van de raamovereenkomst waardoor er meer dan enkel voor onderwijs gebouwd mag worden (multifunctionaliteit) zodat bijvoorbeeld ook rekening gehouden kan worden met opvang of zorg in een nieuw schoolgebouw.